Over de Vrijmetselarij…
over ons…
Loge La Charité No. 6 Amsterdam
Bij veel mensen komt er een periode in hun leven dat ze zich gaan bezighouden met vragen over het leven, het bestaan. Er kunnen dan gedachten bij hen opkomen als “Wat is de zin van het bestaan?”, “Is dit nu alles?”, “Hoe kan ik meer betekenis aan mijn leven geven?”, enz.
Er zijn erg veel richtingen, stromingen, religies, die zich hiermee bezig houden.
Vrijmetselarij is daar één van. Echter geen religie maar een methode om aan jezelf te werken. Om inzichten te krijgen, om bepaalde ervaringen op te doen waardoor we meer harmonie ervaren met onszelf en ook meer verbinding kunnen ervaren met de wereld om ons heen, waardoor je meer en meer je eigen plaats in het leven kunt innemen.
De Vrijmetselarij gebruikt daarvoor naast gewone taal ook beelden en symbolen die meer ruimte kunnen geven voor een eigen interpretatie of gevoel dan woorden.
Als iemand jou de sleutel van zijn huis geeft betekent dat ook dat hij je vertrouwt in een heel ruime betekenis. Je zou dan kunnen zeggen dat zoiets (ook) een symbolische handeling is die aan gevoel iets belangrijks met zich meebrengt. Net als wanneer je een ring aan de hand van je partner schuift. Door die ene handeling kan veel met iemand gebeuren.
In de Vrijmetselarij wordt gebruik gemaakt van ritualen met symbolische handelingen. Door deze regelmatig te ervaren, samen met de andere leden van de Loge, wordt de betekenis en gevoelswaarde ervan vaak diepgaander.
De kern van Vrijmetselarij is dat je jezelf op geestelijk niveau ontwikkelt. Dat je jezelf beter leert kennen. En dat je alleen zélf verantwoordelijk bent voor je daden. Wij noemen dit werken aan jezelf, “arbeid aan jezelf”. Het kan leiden tot een levenshouding die steeds meer een fundament kan worden in wie je bent en wat je doet.
Zo’n rituaal beeldt de weg naar het Licht uit. De betekenis van “het Licht” kan voor iedereen verschillend zijn. Voor de één is het “Universele Liefde”, voor de ander “één zijn met de Grond van de oorsprong van leven”.
Hoewel een aantal elementen uit het christendom in de ritualen aanwezig is, zijn deze vooral symbolisch. Het gevolg is dat zowel iemand met een sterk religieus besef zijn weg in de Vrijmetselarij kan vinden als iemand die weinig of niets opheeft met religie.
Het enige wat van belang is – als men wil toetreden tot de Vrijmetselarij – is dat men op een of andere manier openstaat voor de mogelijkheid van een “ordenend principe”. In elk geval een principe dat uitstijgt boven de ons bekende dimensies. Sommigen zien de natuur als zodanig, anderen zien het als een eeuwig “Scheppend Principe” of “Intelligentie” enz.
Het wordt door de Vrijmetselaar benoemd als “de Opperbouwmeester des Heelals”, een benaming die in de Loge La Charité ook wel de “Grond van al het Zijnde” wordt genoemd.
De symboliek in de Vrijmetselarij vindt men terug in twee uitdrukkingsvormen nl. de Lichtsymboliek en de Bouwsymboliek. De Lichtsymboliek is universeel en soms al terug te vinden in religieuze of esoterische stromingen van duizenden jaren terug. In de Vrijmetselarij is die fundamenteel en gaat over de weg die de mens heeft af te leggen gedurende zijn leven: de weg naar het Licht.
De Bouwsymboliek is meer ondersteunend en heeft betrekking op de wijze waarop de arbeid (het werken aan jezelf) verricht wordt op die weg naar het Licht.
De Vrijmetselaarsloges zijn verenigd in een overkoepelende organisatie (het Grootoosten der Nederlanden) en hebben globaal genomen dezelfde werkwijze. De Loges zijn echter zelfstandige verenigingen die in de uitvoering van het rituaal nogal van elkaar kunnen verschillen. Zoals de verhouding tussen bovengenoemde licht- en bouwsymboliek.
In loge La Charité hecht men er waarde aan vast te houden aan de verhouding zoals die hierboven is beschreven.
De “arbeid” in de Loge vindt plaats in drie graden: de graad van Leerling, Gezel en Meester.
Om een voorbeeld te geven: in de Leerling-graad werk je aan de “Ruwe Steen”. Dat ben je – symbolisch – zelf: de onvolmaakte mens. En je moet deze bewerken om daaruit een “Kubieke Steen” te verkrijgen die geschikt moet worden voor het bouwen van de Tempel. Voor de één is dat de “Tempel der Mensheid”, een ander ziet het meer als de Tempel van het Universum. Maar de “Tempel” kan ook worden beschouwd als een meer abstract ideaal van “Schoonheid” waaraan we als mensen kunnen werken.
En je werkt eraan door zelf een “Kubieke Steen” te worden, een goede bouwsteen voor deze Tempel. Het zijn idealen waarvan de Vrijmetselaar weet dat zijn weg naar het volmaakte alleen maar een streven kan zijn omdat je dit op aarde nooit zal kunnen bereiken.
Voor iemand die kiest voor het pad dat de Vrijmetselarij biedt, kan dit betekenen dat hij zichzelf in de loop van de tijd terugvindt als iemand die meer in harmonie is met zichzelf en de wereld om hem heen.
Daarbij moet wel gezegd worden dat dit meestal niet zomaar in een paar jaar te bereiken is, maar dat het beoefenen van de Vrijmetselarij een kwestie van langere adem is.
Daarom hecht de Vrijmetselarij er sterk aan dat de keuze om Vrijmetselaar te worden werkelijk uit iemand zelf voortkomt zonder dat hij daarbij druk of dwang van buitenaf ervaart. Zo kan iemand zoveel mogelijk op zijn eigen manier onderzoeken en verwerven wat bij hemzelf past.
Loge La Charité behoort tot de zes Loges in Nederland die de Vrijmetselarij in Nederland in 1755 hebben opgericht. We zijn dus een zeer oude Loge waarvan echter vele leden door de bezetter in W.O.II zijn omgebracht. In het kort historisch overzicht kan men dan ook lezen dat daardoor La Charité na de oorlog haar werkzaamheden niet heeft kunnen hervatten en haar lichten heeft moeten doven, zoals wij dit noemen. De Loge werd niet opgeheven maar verkeerde als het ware in een soort diepe slaap, waaruit ze in 1954 werd gewekt en in 1955 feestelijk in ere werd hersteld.
Heden ten dage is Loge La Charité een kleine maar bloeiende werkplaats, niet in de laatste plaats omdat het ledental gevormd wordt door mannen van uiteenlopende beroepsgroepen, van hoog tot laag. Een pluriform gezelschap dus. Zo wordt het mogelijk dat mannen elkaar ontmoeten die elkaar anders nooit zouden hebben leren kennen. Die mannen zijn aan elkaar gewaagd maar tevens aan elkaar verbonden door middel van broederschap. Vrienden hoeven zij niet per se te zijn. Maar broeders van elkaar zijn zij hun hele leven lang.
Tot slot enkele artikelen uit onze beginselverklaring:
Art. 2.4.:
De Vrijmetselarij neemt als grondslag aan de erkenning van
- de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid
- ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid
- ’s mensen zedelijke verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten
- de gelijkheid in wezen van alle mensen
- de algemene broederschap der mensen
- ieders plicht om met toewijding te arbeiden aan het welzijn der gemeenschap
Art. 3.3.:
Zij kweekt verdraagzaamheid, betracht rechtvaardigheid, bevordert naastenliefde, zoekt op wat mensen en volken vereent, tracht weg te nemen wat de geesten en gemoederen verdeelt, en brengt tot hogere eenheid door het bewustzijn levend te maken van de allen verbindende broederschap.